Korte geschiedenis
In Noord-Hollandse gerechtsdocumenten uit de tweede helft van de 17e eeuw komen meermaals personen voor met de naam Sut, Zut, Sutten of variaties daarvan; zie pagina De naam Zutt. Men vindt ze vooral in de dorpen die nu behoren bij de gemeentes Niedorp en Harenkarspel. De bij deze Zutten genoemde beroepen zijn divers en duiden op een redelijke welstand, zoals schuitvoerder, deurwaarder, chirurgijn, burgemeester. Ook in de trouwregisters en de dooplijsten van de katholieke kerkstaties komt de naam geregeld voor, maar behalve landman worden daarin geen beroepen genoemd.
Oorspronkelijk werden de verschillende namen Sut, Zut, Zutten, door elkaar gebruikt, zogoed als zeker voor dezelfde families. Maar vanaf ongeveer 1700 worden de spellingen Zut en Zutt duidelijk onderscheiden.
Rond die tijd leven Claes Jacobsz Huijsman (Zutt), gehuwd met Lijsbeth Willems en wonend in Harenkarspel en Pieter Jacobsz Sutten alias Roos, gehuwd met Anne Cornelis (zie Stam IIIb en IIIc) . Waarschijnlijk waren het broers, zonen van Jacob Claasz Sut uit de Speketer. De afstammelingen van Claes Jacobsz droegen voortaan de achternaam Zutt, die van Pieter Jacobsz de naam Zut. Het zijn verschillende familienamen geworden, al komt er soms een spelfout voor. Het onderscheid tussen Zut en Zutt gaat dus verder terug dan de tijd van Napoleon.
De preciese relatie van de Sutten en Zutten van vóór 1700 blijft moeilijk te achterhalen. Wel is duidelijk dat alle tegenwoordig levende familieleden Zutt afstammen van Jacob (of Japik) Claasz Zutten die gehuwd was met Guert Jans uit Ouedijk Campen (zie Stam IV). Deze Japik kan men dus beschouwen als de oudste gemeenschappelijke stamvader van de Noord-Hollandse families Zutt. Overigens komen er buiten Nederland, met name in Duitsland, nog vele families Zutt voor, die op geen enkele wijze verwant zijn met de hier besproken families Zutt; zie pagina De naam Zutt.
Genoemde Jacob Claasz Zutten woonde in Oude Niedorp en had vier kinderen, van wie Jan (1745) de jongste was; ze werden allen gedoopt in de katholieke kerkstatie van 't Velt. Jacob (of Japik) was een tijd lang burgemeester.
Jacobs zoon Jan Zutt (Stam V) woonde in de Zijpe aan de Grootesloot. Hij was een welgesteld man, trouwde met Lysbeth Tames en kreeg 16 kinderen, van wie velen jong overleden. Maar enkele zonen, met name Jacob en Jan kregen veel nakomelingen.
Jacob Jansse Zutt (1769) woonde te Eenigenburg. Ook hij was welgesteld (Stam VIa). Hij trouwde met Grietje Bleeker en was lange tijd burgemeester van Sint Maarten. Als zodanig liet hij nogal van zich horen.
Hij had een zoon, Jan, die ook burgemeester werd. Maar na een ongelukkig huwelijk en hertrouw als weduwnaar, vertrok hij en vestigde zich ten slotte als koopman in Alkmaar (Stam VII).
Zijn zoon Jan (1841), uit zijn tweede huwelijk, vestigde zich als landbouwer in het Waarland, trouwde met Neeltje Bruin en kreeg 8 kinderen. Met hem laten we de Waarlandse Tak (A) van de familie Zutt beginnen. Zijn zonen Jan, Piet en Han zorgden voor een talrijk nageslacht van Zutten, van wie aanvankelijk de meesten werkten als tuinder. De huidige generatie beoefent de meest uiteenlopende beroepen en is vaak ook verhuisd naar andere oorden, met name naar Canada.
De jongste zoon van de eerder genoemde burgemeester Jan uit Eenigenburg was weer een Jacob Zutt (Alkmaar 1851). Hij werkte als koetsier en verhuisde tenslotte naar Amsterdam. Met deze Jacob Zutt laten we de Amsterdamse Tak (B) van de familie Zutt beginnen. Jacobs zoon, Kobus (1886) woonde in Amsterdam Oost en werkte op het slachthuis. Van hem stammen veel hedendaagse Amsterdamse Zutten af. Een jongere zoon, Koos, woonde aan de andere kant van Amsterdam. Diens zoon Jaap, later Jake, kwam via Oost-Indië in Australië terecht, kreeg daar vier zonen en een dochter en talrijke nakomelingen.
Een jongere zoon van de bovengenoemde Jan Zutt-Tames heette ook Jan (1786). Hij woonde later in Eenigenburg en was castelein. Hij kreeg 14 kinderen van wie Jacob (1816) trouwde met IJda Hessing, bij wie hij 18 kinderen kreeg van wie 6 in leven bleven. Deze Jacob was arbeider en later akkerbouwer.
Met Jacobs dochter Aaltje Zutt (1850) laten we de Tak Eenigenburg (C) van de stamboom Zutt beginnen. Aaltje kreeg in 1874 een zoon, Jacob Zutt. Zij trouwde een jaar later met Jan Lokat en kreeg met hem nog drie kinderen. Haar zoon Jacob werkte eerst als arbeider, later als tuinbouwer. Hij trouwde met Christina Stett en ze kregen 8 kinderen. De jongste van hen, Cor Zutt (1917) trouwde met Anna Berkhout; ze kregen 10 kinderen. Ze emigreerden in 1956 naar Australië en vestigden zich in het Orbost District in Victoria, waar ze een stuk woeste grond ontgonnen. Van daaruit verspreidden hun kinderen zich en zorgden er voor dat er nu vele Zutten wonen in Australië en Nieuw-Zeeland.
Piet Zutt (1851) was een zoon van Jacob Zutt-Hesssing en jongere broer van Aaltje. Hij trouwde met Maartje Tin en ze kregen 11 kinderen. Hij vestigde zich in Warmenhuizen, vandaar dat we met hem de Tak Warmenhuizen (D) van de stamboom Zutt beginnen. Piet begon een brandstoffenhandel in de Fuik. Zijn zoon Dirk (1880) nam het bedrijf over; hij trouwde met Aaltje van Duin en na haar overlijden met Grietje Rozendaal. De jongere zoon, Kees, ook getrouwd met een Rozendaal, eerst Trijntje, daarna Jansje, werd tuinbouwer. De zonen van Dirk en Kees kregen veel nakomelingen Zutt. Velen van hen wonen nog in Warmenhuizen, maar ook in de omgeving. Maar tuinders zijn er nauwelijks nog bij.